Wat leerde ik?
-
ET-BaO-2012.ICT - Eindtermen ICT lager onderwijs
- 1 - De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ict en zijn bereid ict te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.
- 3 - De leerlingen kunnen zelfstandig oefenen in een door ict ondersteunde leeromgeving.
- 5 - De leerlingen kunnen ict gebruiken om eigen ideeën creatief vorm te geven.
-
ET-BaO-2012.LL - Eindtermen Leren leren
- 4 - De leerlingen kunnen eenvoudige problemen op systematische en inzichtelijke wijze oplossen.
- 5 - De leerlingen kunnen, eventueel onder begeleiding: - hun lessen, taken en opdrachten plannen en organiseren; - hun eigen leerproces controleren en bijsturen.
- 6 - Houdingen en overtuigingen. De leerlingen kunnen op hun niveau leren met: - nauwkeurigheid; - efficiëntie; - wil tot zelfstandigheid; - voldoende zelfvertrouwen; - houding van openheid; - kritische zin.
-
ET-BaO-2012 - Eindtermen Sociale vaardigheden
- 1.4 - De leerlingen kunnen hulp vragen en zich laten helpen.
- 1.5 - De leerlingen kunnen bij groepstaken leiding geven en onder leiding van een medeleerling meewerken.
- 1.9 - De leerlingen kunnen ongelijk of onmacht toegeven, kritiek beluisteren en eruit leren.
- 3 - De leerlingen kunnen samenwerken met anderen, zonder onderscheid van sociale achtergrond, geslacht of etnische origine.
-
ET-BaO-2012 - Eindtermen Wereldoriëntatie
- ET.WO.NA.1.1 - De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
- ET.WO.NA.1.26* - De leerlingen tonen respect en zorg voor de natuur vanuit het besef dat de mens voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van het natuurlijk leefmilieu.
- ET.WO.TE.2.6 - De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen;
- ET.WO.TE.2.7 - in concrete ervaringen stappen van het technisch proces herkennen (het probleem stellen, oplossingen ontwikkelen, maken, in gebruik nemen, evalueren);
-
ET-BaO-2012 - Eindtermen Wiskunde
- ET.WIS.ATT.5.3* - De leerlingen ervaren dat bezig zijn met wiskunde een actief en een constructief proces is dat kan groeien en uitbreiden als gevolg van eigen denk- en leeractiviteiten; ze ontwikkelen bijgevolg de opvatting dat alle leerlingen wiskundige bekwaamheid kunnen verwerven die kan leiden naar studies en beroepen waarin wiskunde aan bod komt.
- ET.WIS.ATT.5.4* - De leerlingen zijn bereid zichzelf vragen te stellen over hun aanpak voor, tijdens en na het oplossen van een wiskundig probleem en willen op basis hiervan hun aanpak bijsturen.
- ET.WIS.GE.1.14 - De leerlingen kunnen op concrete wijze de volgende eigenschappen van bewerkingen verwoorden en toepassen: van plaats wisselen, schakelen, splitsen en verdelen.
- ET.WIS.GE.1.29* - De leerlingen zijn bereid verstandige zoekstrategieën aan te wenden die helpen bij het aanpakken van wiskundige problemen met betrekking tot getallen, meten, ruimtelijke oriëntatie en meetkunde.
- ET.WIS.ME.2.8 - De leerlingen kunnen schatten met behulp van referentiepunten.
- ET.WIS.ST.4.1 - De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aantonen dat er voor hetzelfde wiskundig probleem met betrekking tot getallen, meten, meetkunde en ruimtelijke oriëntatie, soms meerdere oplossingswegen zijn en soms zelfs meerdere oplossingen mogelijk zijn afhankelijk van de wijze waarop het probleem wordt opgevat.
- ET.WIS.ST.4.3 - De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden uit hun leefwereld aangeven welke de rol en het praktisch nut van wiskunde is in de maatschappij.
Blog
