We gaan spelen met kleikaarten.
Wat heb je nodig ? Speeldeeg (recept staat al op de blog van onze klas) of plasticine en kleikaarten van boerderijdieren (zie mail of zoek zelf op internet)
Klei gras (worstjes) en voedsel voor de diertjes. Geef het schaap krulletjes, moddervlekken op het varken... Je kan de zon laten schijnen of laat je het regenen ?
Laat je fantasie de vrije loop.
Veel kleiplezier !
(De kleikaarten in de mail zijn van Katrotje)
(de afbeelding vond ik op pinterest)
Nog wat vingeroefeningen...
Voorbereidend werk : print de knijpkaarten (zie mail) uit en leg wasknijpers klaar. Knip de knijpkaarten los van elkaar.
Kijk goed naar de grote afbeelding van de knijpkaart. Wat zie je ? Vertel luidop welk dier je ziet.
Zoek in de kleine hokjes onderaan naar de mama van het dier. Heb je die gevonden ? Knijp een wasknijper op de kleine afbeelding onderaan. Ken je ook de naam van de mama ? Benoem die maar luidop. Weet je het niet ? Misschien kan mama of papa het opzoeken op internet ?
Veel knijpplezier !
(idee van Katrotje)
We gaan Krullenbollen !
Wat heb je nodig? Een groot vel tekenpapier, korte waskrijtjes of stevige kleurpotloden
Voorbereidend werk : Teken 8 tot 10 oranje stippen of kleef ronde stickers in de vorm van een cirkel op het blad.
Stappenplan : Deze opdracht voer je rechtstaand uit.
1. Bekijk samen het filmpje ‘Schaap’.
2. Zet het liedje ‘Schaap’ op.Teken boogjes van stip naar stip. Probeer om in elke stip even te stoppen, zonder de punt van het potlood of waskrijt van het blad te halen.Teken boogjes in beide richtingen (links- en rechtsomdraaiend) en ga verschillende keren over dezelfde lijnen heen. Teken zo vele boogjes. Het is leuk om regelmatig van kleur te wisselen.
Puzzelen doen we in onze klas dagelijks en op onze Yurls-pagina staan ook elke week puzzels.
We gaan voor ons thema 'op de boerderij' eens een papieren puzzel maken.
Het klinkt heel eenvoudig maar dat is het niet. Het is heel anders dan een 'echte' puzzel maken.
Ik stuurde via mail een aantal foto's, prenten die je kan gebruiken om een puzzel van te maken. Mocht het zijn dat je zelf een aantal mooie, duidelijke foto's of prenten vond of hebt, mag je zeker die gebruiken.
Voorbereiding : foto of prent kiezen, printen indien nodig (het kan dat je een mooie vond in een tijdschrift of dergelijke), een stuk karton of een groot blad nemen en lat, stift, schaar en lijm klaarleggen.
Neem de foto en laat mama of papa met lat en stift strepen door de foto trekken. Mama of papa kan ze gewoon loodrecht door elkaar laten gaan maar ook kriskras door elkaar. Hoe meer door elkaar en hoe meer strepen, hoe moeilijker het wordt.
Verdeel de foto in minimum 8 stukken (iedereen zou dat moeten kunnen). Knip zelf de stukken van elkaar knippen. (Let ook hier weer op hoe je de schaar vast hebt, zie mail).
Wanneer de puzzel geknipt is, leg je de stukken door elkaar en mag je de puzzel maken.
Het is tijd om nog eens onze fijne motoriek te oefenen.
Neem een schaar, de knipoefening (zie bijlage mail) en plakband.
Plak het eerste blad vast aan de rand van de tafel. Laat het blad naar beneden hangen.
Pak je schaar correct vast (zie filmpje op yurls-pagina thema kriebelbeestjes)
Knip op de stippellijnen tot aan de diertjes.
Het tweede blad plak je niet vast, dat hou je vast.
Knip op de stippellijnen.
En ? Gelukt ?
Proficiat !
(idee uit de thuisbundel van Katrotje en juf Sara)
De vlekloze koe.
Print de vlekloze koe (bijlage bij de mail) uit.
Neem stiften of potloden en een dobbelsteen.
Gooi de dobbelsteen, tel de bolletjes en teken evenveel vlekken op de koe.
(Zorg dat je het potlood juist vastneemt)
Teken de vlekken niet te groot zodat er nog bijgetekend kunnen worden.
Heeft jouw koe al heel veel vlekken ?
Dikke duim !
Wil je het moeilijker maken ? Doe dan een wedstrijdje met twee.
Wil je het nog moeilijker maken ? Neem dan ook een kleurendobbelsteen en teken de vlekken met de juiste kleur.
(idee uit de thuisbundel van Katrotje en juf Sara)
(afbeelding uit pinterest)
Welke dieren wonen op de boerderij ?
Denk eens goed na...
Paard, koe, schaap, geit, varken...
Noem een dier en doe het geluid van dat dier na.
Hoe noemen we het kleintje van dat dier ?
Benoem het kleintje, maak een mooie zin : "Het kleintje van een paard is een veulentje."
(foto van uniekestickers.nl)
